De kunst van het vragen stellen, begint met luisteren. Het is belangrijk dat de ander ziet en voelt dat u aandachtig luistert. U geeft tijdens het luisteren zowel verbaal als non-verbaal aandacht aan de ander en zijn verhaal. Luisteren doet u dus niet alleen met uw oren, maar met uw hele lichaam. Door uw lichaamshouding laat u de ander zien dat u geïnteresseerd bent in wat hij te zeggen heeft.
|
|
Heeft de ander het verhaal (deels) afgerond, dan kunt u het samenvatten in uw eigen woorden. Door samen te vatten, checkt u of u de boodschap goed hebt begrepen. Is dat niet het geval, dan geeft u de ander de gelegenheid aan te vullen of te corrigeren. Samenvattingen geven een gesprek structuur.
Voorbeeld "Begrijp ik goed dat…” "Ik hoor je zeggen dat…, klopt dat?” “U vertelt dat…, begrijp ik u zo goed?” |
Een gevoelssamenvatting kan altijd worden gegeven, ook wel gevoelsreflectie genoemd. Door het geven van een gevoelsreflectie geeft u het gevoel van de ander weer. U doet dit met het juiste gevoel, toon en intensiteit. U kunt hiermee checken of u de ander goed hebt begrepen en de ander voelt zich erkent en serieus genomen. Het benoemen van het gevoel van de ander geeft emoties ruimte en zorgt ervoor dat er ruimte in het gesprek ontstaat. Ook geeft het een extra dimensie binnen het gesprek. Let bij het geven van een gevoelsreflectie goed op de ander.
Voorbeeld |
Speur naar aanknopingspunten om door te vragen. Wees alert op vaagheden, subjectieve uitlatingen, aannames, algemene waarheden en formuleringen met 'moeten' of 'kunnen'. Deze taalpatronen verhullen vaak waardevolle informatie. Let op wat de ander zegt en op wat hij niet zegt. Zo krijgt u meer informatie.