Meisjesbesnijdenis (ook wel vrouwelijke genitale verminking) is een ingreep aan de uitwendige geslachtsorganen zonder medische noodzaak. Bij meisjesbesnijdenis is onderscheid te maken tussen een vermoeden van een dreigende besnijdenis en een mogelijk reeds uitgevoerde besnijdenis. Bij vermoeden van een dreigende besnijdenis is er onderscheid tussen een acute en een niet acute dreiging.
Er zijn verschillende manieren waarop de vrouwelijke geslachtsorganen worden besneden. Dit hangt af van het lokale gebruik, de wens van de ouder(s) en de besnijd(st)er.
De World Health Organization (WHO) onderscheidt vier typen:
Type 1 |
Type 2 |
Type 3 |
Type 4 Alle andere schadelijke handelingen aan de vrouwelijke geslachtsorganen om niet-medische redenen, zoals prikken, piercing, kerven, schrapen en wegbranden. |
Overige vormen:
Defibulatie |
Herinfibulatie |
Sunna Sunna zou staan voor een milde vorm van VGV, of slechts het prikken in de clitoris tot een druppeltje bloed ontstaat. Echter, in de praktijk blijkt ‘sunna’ een verzamelbegrip te zijn voor alle vormen van vrouwelijke genitale verminking. In bepaalde groepen wordt ‘sunna’ niet als vrouwelijke genitale verminking gezien. Daarom is het altijd nodig om door te vragen tot er helderheid is verkregen over wat precies wordt bedoeld. |